4/17/2016

DEAR DIARY... #2


Lief Dagboek,
15-4-2016
6.30
Ik heb een nieuwe wekker ingesteld. Soms moet ik die gewoon even veranderen. Ik heb het idee dat ik op een gegeven moment gewend raak aan het geluid van mijn wekkers dat ik er niet meer wakker van word. Geen idee waarom.

7.00
Ja hoor, gaan we weer. Ik had bedacht dat ik om 6.50 uur de deur uit zou gaan, maar het is nu 7.00 uur en ik zit nog niet op mijn fiets. Ach, ik kan ook nog een trein later nemen.

7.28
Ik heb het idee dat de 9292 app veranderd is. Hij geeft me nu de hele tijd vrij ruime opties. Normaal gesproken kreeg ik elke mogelijke trein te zien, zelfs degen waar je maar drie minuten overstaptijd hebt. Ik heb al twintig verschillende routes ingevuld. Ik denk dat ik nu wel ongeveer weet wat ik moet doen mocht er een trein uitvallen. Dat gebeurt gelukkig nog niet.

7.56
Ik zit in de trein richting Amsterdam. Ja, ik zit. Dat is nieuw. Ik had verwacht dat ik wel weer zou moeten staan. Ik heb zelfs een stoel uit kunnen kiezen die alleen staat, zodat er niemand naast mij kan komen zitten. Heerlijk. Ondanks dat ik de laatste paar weken weer in een trein heb gezeten, heb ik toch het idee dat het weer heel lang geleden was. Ik kan weer genieten van die caramel cappuccino die ik normaal gesproken elke ochtend met mij mee droeg.
Ik wil eigenlijk even gaan lezen, maar ben te zenuwachtig. Ik kan alleen maar muziek luisteren en uit het raam staren. Ik heb een foto op Facebook gezet dat ik onderweg ben. Ik krijg heel veel reacties, wat ik enorm waardeer. Er zijn ontzettend veel mensen die weten dat ik dit ga doen, en hoe graag ik het wil. En het feit dat mijn post niet alleen geliket wordt, maar er ook op wordt gereageerd, doet mij goed. Dank daarvoor.

8.30
Elke keer dat het geluidje van het omroepsysteem over het station galmt ben ik bang dat de omroepmevrouw gaat vertellen dat de trein die ik moet hebben vandaag niet rijdt. Ik ben een doemscenariodenker. Dat weet ik. Maar het gebeurt niet.
Ik zit trein nummer twee. Ik heb dinsdag nog een tekst opgestuurd gekregen om alvast te lezen voor een van de workshops. Gisteravond had ik deze al vluchtig doorgelezen, maar nog niet helemaal. Ik had wel alvast een bestaande analyse opgezocht. Ik besluit die alvast in steekwoorden op te schrijven in mijn boekje. Gewoon om te laten zien dat ik wel degelijk over de tekst heb nagedacht. Nou ja, soort van dan. Maar ik ben vast niet de enige die dat alvast heeft gedaan.

9.28
Ik loop over het station van Arnhem. De vorige keer liep ik aan de verkeerde kant naar buiten. Ik heb mijn lesje geleerd en loop in een keer door naar de goede uitgang. Alsof ik hier al jaren kom.
Daarna loop ik ook nog eens, zonder nog een keer op mijn kaartenapp te kijken, in een keer naar het goede adres. Ik geef mijzelf een denkbeeldig schouderklopje. Dat doe ik vaak de laatste tijd. Vind ik een goed teken.

9.40
Er zit een vriendelijke uitziende mevrouw in de hal van het gebouw te wachten op de deelnemers. Ik vertel haar mijn naam en zeg er gelijk bij dat ik waarschijnlijk onder de letter ‘T’ sta. Dat klopt. Mijn naam is aangestreept met een blauwe markeerstift. Ik vraag gelijk waarom dat zo is. De vrouw ziet mijn lichte paniek en verzekert mij gelijk dat het geen bijzondere betekenis is. Dit is mijn rooster en daarom is mijn naam blauw. Rustig aan kind, niet alles hoeft een signaal te zijn.

9.50
Ik heb contact gelegd met twee meisjes die toevallig ook nog eens in dezelfde groep zitten voor vandaag. Ze zitten allebei in het laatste jaar van de middelbare school. We wisselen wat gedachten uit over onze verwachtingen, de meeloopdag in maart en onze motivatie. Een van hen merkt op dat ze vooral niet van plan is om vandaag te zien als een wedstrijd. Ik weet ook dat ik gewoon plezier moet hebben, maar het stemmetje in mijn hoofd roept ook gelijk: ‘’Geen wedstrijd voor jou? Mooi. Move Bitch. Get out my way.’’ Beetje gemeen, maar het zit in mijn hoofd. En ik vind dat dat mag. 



10.15
De eerste workshop is tekstanalyse. Deze wordt gegeven door het hoofd van de opleiding en een oud-studente. We beginnen met een voorstelrondje. Ik mag beginnen. Het Hoofd vraagt veel door. Ik markeer het gelijk als een goed signaal. Ook ben ik aan de ene kant wel blij dat ik als eerste mag. Mocht iemand na mij iets vertellen wat ik in mijn verhaal ook heb verteld, ben ik in ieder geval niet degene die het heeft gekopieerd.

10.20
Ik vind de verhalen na mij veel interessanter dan het mijne. Er zijn gelukkig veel mensen die ook hebben nagedacht om journalistiek te gaan doen, dus het Hoofd maakt meerdere keren oogcontact met mij als bruggetje naar mijn verhaal. Mooi, onthoud het maar.

11.00
Het voorstelrondje duurde heel lang. Bij elk verhaal werd ik alsmaar zenuwachtiger. Weten ze nog wel wat ik heb verteld? Waarom vraagt hij bij dat meisje nog meer door dan bij mij? Hij lacht. O, nee. Die jongen weet super veel namen van auteurs. Die ken ik allemaal niet hoor.
We beginnen eindelijk met de echte workshop. De analyse van de tekst. Ik ga er al helemaal klaar voor zitten met mijn boekje. Als er een vraag wordt gesteld wil ik mijn hand opsteken, maar iemand aan de overkant gaf al antwoord. Op dat moment gaat het heel snel. Oké, het wordt dus geen dag waar je je hand op moet steken om iets te kunnen zeggen. Dit is de kunst van het antwoord geven met juiste timing. Zoek de stilte in een discussie en probeer er dan, zonder door iemand heen te praten, jouw antwoord ertussen te proppen. Kut, daar ben ik niet zo goed in.. Ik ben er nog maar net vanaf dat ik niet meer een heel ander verhaal start midden in iemands zin.
Vanaf dat moment gaat het snel. De discussie heeft een hele andere wending genomen dan dat ik in mijn boekje had staan en ik heb moeite om het bij te houden. Waar ik nog iets kan zeggen doe ik dat, maar mijn moed zakt langzaam in mijn schoenen.

11.45
We zijn ietsjes uitgelopen en komen als laatste groep terug in de kantine voor de lunch. Er staan drie tafels met broodjes in de hoek. Overal zit wel iets op waar ik niet dol op ben. Daar ga ik altijd vanuit, dus mijn tas zit gelukkig vol met eetbare dingen waarmee ik de dag door kan komen.
Ik check nog even mijn Facebook. Er zijn nog meer reacties bijgekomen. Ik ben weer rustig.
Ik praat nog een beetje met de mensen uit mijn groep over onze keuzes B. Mocht het vandaag allemaal niet lukken.

12.20
De man van de workshop Poëzie ziet er streng uit. Hij doet me aan iemand denken. Uiteindelijk bedenk ik dat ik hem op de strenge versie van Jeroen van Koningsbrugge vind lijken. Hun gezichten lijken erg op elkaar, alleen deze meneer ziet eruit alsof hij met liefde onvoldoendes uitdeelt.

12.31
Tja, poëzie. Niet mijn ding. Ik heb er totaal geen verstand van. Ik besluit er eerlijk over te zijn. We lezen klassikaal een gedicht en moeten aangeven wat we ervan vinden. Ik krijg het voor elkaar om als eerste antwoord te geven. Ik geef toe dat ik niet zoveel ervaring heb met poëzie maar dat ik er wel iets van vind. Ik kan een kleine goedkeuring spotten op het gezicht van de meneer.

13.15
We krijgen een half uur om een gedicht te schrijven. Crap. De jongen naast mij kijkt mij aan en zonder iets te zeggen kan ik zien dat hij dat ook nog nooit heeft gedaan. Ik besluit om er maar gewoon wat van te maken. Ik bedenk een persoonlijk onderwerp en gooi er een hoop symboliek doorheen. Ik baseer het op een plaatje dat ik in mijn hoofd kreeg.
Het is af. Ik weet niet of ik er tevreden over ben. Puur om het feit dat ik niet weet hoe gedichten in elkaar zitten.
Iedereen moet zijn/haar gedicht voorlezen. Daarna mag de klas reageren. We mogen niet raden waar het over gaat, maar alleen vertellen wat wij van het gedicht vinden. Daar ben ik blij om, want ik was niet van plan om de achtergrond te vertellen.
Ik moet dit keer als laatst. Wat ik dan weer vervelend vind, omdat nu niemand meer een interessant antwoord weet te verzinnen. Gelukkig kan iedereen mijn gedicht nog waarderen. Ze vinden de overmaat aan symboliek mooi gedaan en blijkbaar zien ze er veel in. Hoppa. Fake it ‘till you make it. 



14.01
Een kwartiertje pauze was wel even nodig. Ondanks dat ik de hele dag op een stoel zit, span ik mij enorm in waardoor ik weer met een tomaat op mijn romp rondloop.
De laatste workshop heet Tekst en Podium. Schrijven voor toneel. Bam. Time to shine, sukkels. Dit is mijn ding.
Aan de vrouw die de workshop geeft is duidelijk te zien dat ze schrijft voor toneel. Ze is heel aanwezig en ik moet een beetje om haar lachen. We beginnen met de eerste opdracht. Een personage bedenken aan de hand van een paar doorsnee vragen. Mijn personage heeft uiteindelijk wat kenmerken van mijzelf, en onbewust merk ik dat ik mijn personage al veel verder heb uitgewerkt in mijn hoofd. Voor de tweede opdracht moeten we een ochtend van ons personage beschrijven in een monoloog. Dat komt goed uit, want zodra ik mijn pen op het papier zet heb ik het hele verhaal al uitgedacht. We zijn gebonden aan een bepaalde tijd, waardoor niemand zijn verhaal echt afkrijgt. Voor mij komt het toevallig goed uit. In mijn verhaaltje heeft mijn personage een probleem, maar omdat ik niet genoeg tijd had stopt mijn verhaaltje op een punt dat je eigenlijk nog steeds niet weet wat het probleem is. Ik steek als eerst mijn hand op bij de vraag wie zijn monoloog voor wil lezen, waarna de mevrouw heel benieuwd is naar mijn schrijfmethode. Ik maak veel referenties naar de meeloopdag. Positieve signalen schieten door het lokaal.
Hierna moeten we nog een personage bedenken en die voor de volgende opdracht aan de persoon links van ons geven. Tot slot moeten we een dialoog schrijven met ons eerste personage en het personage dat we hebben gekregen. De twee zitten samen al twee uur lang vast in een lift.
Aangezien ik nog steeds het probleem van mijn personage niet had verteld vond ik dit het mooie moment om dat toe te lichten. Ook was ik erg blij met het personage dat ik kreeg. Het sloot aan op mijn probleem en maakte het toch nog enigszins absurd.
Na het voorlezen moest de mevrouw hard lachen. Ze vroeg of ik het verhaal al had bedacht. Ik legde haar uit dat ik vanaf de eerste opdracht al wist hoe dit verhaal ging eindigen en gooide er nog wat details bij die ik niet op had kunnen schrijven. Het kwam over alsof ze dat wel kon waarderen. Nog meer positieve signalen.

15.45
Ik loop samen met een jongen uit mijn groep terug naar het station. We praten nog wat na over de dag. Het was heel leuk, maar we zijn allebei best bang dat deze workshops niet helemaal representatief zijn voor ons kunnen. Het was ook lastig om goed af te lezen aan de docenten of je genoeg opviel of niet. Op het station wensen we elkaar succes en lopen allebei een andere kant op.


16.05
Ik zit in de trein terug. Het is gelukkig lekker rustig, zodat ik mijzelf kan horen denken. Ik heb een beetje hoofdpijn gekregen door vandaag. Ik heb nog steeds een rode kop en mijn stress is zeer aanwezig. Ik weet niet zo goed hoe ik mij voel. Het was een leuke dag. Ik heb ontzettend mijn best gedaan om op te vallen, maar niet te veel, en om mee te doen ook al kon ik niet bij elke workshop gelijk een zinnig antwoord geven. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik dit kan en ik dit ook het liefste doe, maar om de een of andere reden voelde ik vandaag mijn kansen kleiner worden om daadwerkelijk aangenomen te worden. In totaal zijn er ongeveer 75 aanmeldingen, waar uiteindelijk maar 1 klas uit wordt gevormd. Dat is een best angstaanjagende gedachte.
Vóór dinsdag hoor ik of ik naar de tweede selectiedag mag komen op 23 april. Dat is volgende week zaterdag al. Ik weet dat ik maandag en dinsdag niks anders kan doen dan om de drie minuten mijn mail te refreshen. Ik schat na vandaag mijn kansen misschien lager in, maar een slecht gevoel heb ik er zeker niet over. Mocht ik die verlossende mail krijgen dat ik 23 april terug mag komen ga ik denk ik oprecht huilen van geluk. Mocht dit niet zo zijn, ga ik ook huilen. Maar niet voor lang. Er is misschien op dit moment niets dat ik liever wil dat dit, maar ik ben dit jaar al zo ver gekomen. Dat ga ik niet zomaar weer omgooien. Het is dan misschien even niet leuk, maar gelukkig is er voor alles een plan B. 


3 opmerkingen:

  1. Ik duim voor je, het komt zoals het wezen moet ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het duimen heeft geholpen! :)

      Verwijderen
    2. Ik las het ja, geweldig! Op naar de volgende! (En we blijven natuurlijk duimen ;-) )

      Verwijderen